Hollandse pot

De Nederlandse keuken staat bekend om zijn eenvoud en gerichtheid op lokale en seizoensgebonden ingrediënten. Typische kenmerken zijn:

Stamppot: Een traditioneel gerecht gemaakt met aardappelen die zijn gestampt met verschillende soorten groenten zoals boerenkool, zuurkool, of wortelen en uien (bekend als ‘hutspot’). Vaak geserveerd met een rookworst.

Zuivelproducten: Nederland staat bekend om zijn kaas (zoals Gouda, Edam, en Leerdammer), en deze zuiveltraditie komt ook terug in andere producten zoals yoghurt, melk, en karnemelk.

Visgerechten: Vis, zoals haring, wordt vaak rauw en licht gezouten gegeten, vooral bekend als ‘Hollandse Nieuwe’ wanneer de eerste haring van het seizoen wordt gevangen.

Snacks: Nederlandse snacks zoals bitterballen (gefrituurde ragoutballen), kaassoufflés, en de kroket zijn populair in cafés en bij de borrel.

Zoetigheden: Drop (zoethout snoep), stroopwafels (wafels met een siroopvulling), en poffertjes (kleine, luchtige pannenkoekjes) zijn typische Nederlandse zoetigheden.

Specerijen: Specerijen zoals nootmuskaat en kruidnagel, die ooit via de VOC naar Nederland werden gebracht, zijn nog steeds prominent aanwezig in de Nederlandse keuken.

Broodcultuur: Brood is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse eetgewoonten, vaak belegd met kaas of hagelslag (chocoladevlokken).

Eetcultuur: De Nederlandse eetcultuur is doorgaans functioneel en men eet vaak vroeg in de avond. Er is ook een sterke traditie van koffie drinken met iets lekkers erbij, meestal rond 10 uur ’s ochtends of 4 uur ’s middags.

Een kijkje in de Hollandse keuken, in opdracht van het foto-agentschap Hollandse Hoogte. Wim Klerkx, 2006-2007.